4. Het Christelijke Pascha in het Nieuwe Verbond
Het Christelijke Pascha in het Nieuwe Verbond ingesteld door Jezus Christus
Op Zijn laatste Pascha in het jaar 30 na Chr. stelde Jezus Christus – God geopenbaard als mens – het Christelijke Pascha in het Nieuwe Verbond.
Het Pascha begint als het donker begint te worden. [Na zonsondergang]
Lukas 22: 14-15-16
14 En toen het uur gekomen was, ging Hij aan tafel aanliggen, en de twaalf apostelen met Hem.
15 En Hij zei tegen hen: Ik heb er vurig naar verlangd dit Pascha met u te eten, voordat Ik ga lijden.
16 Want Ik zeg u dat Ik daar zeker niet meer van zal eten, totdat het vervuld is in het Koninkrijk van God.
(Zie ook: Matt. 26:20, Markus 14:17)
Jezus stelt het Pascha van het Nieuwe Verbond in
Deel 1: de voetwassing
Johannes 13:2-17
2 Toen dan de maaltijd plaatsvond en de duivel Judas Iskariot, de zoon van Simon, al in het hart gegeven had Hem te verraden,
3 stond Jezus, Die wist dat de Vader Hem alle dingen in handen gegeven had en dat Hij van God uitgegaan was en tot God heenging,
4 op van de maaltijd, legde Zijn kleren af, nam een linnen doek en deed die om Zijn middel.
5 Daarna goot Hij water in de waskom en begon de voeten van de discipelen te wassen en af te drogen met de linnen doek die Hij om Zijn middel had.
6 Zo kwam Hij [ook] bij Simon Petrus en die zei tegen Hem: Heere, wilt Ú mij de voeten wassen?
7 Jezus antwoordde en zei tegen hem: Wat Ik doe, weet u nu niet, maar u zult het later inzien.
8 Petrus zei tegen Hem: U zult mijn voeten in der eeuwigheid niet wassen! Jezus antwoordde hem: Als Ik u niet was, hebt u geen deel met Mij.
9 Simon Petrus zei tegen Hem: Heere, niet alleen mijn voeten, maar ook mijn handen en mijn hoofd.
10 Jezus zei tegen hem: Wie gebaad [dus gedoopt is] heeft, heeft slechts nodig dat zijn voeten worden gewassen, want hij is al geheel rein. En u bent rein, maar niet allen.
11 Want Hij wist wie Hem verraden zou; daarom zei Hij: U bent niet allen rein
Als Ik dan, de Heere en de Meester, uw voeten gewassen heb, moet ook u elkaars voeten wassen
12 Toen Hij dan hun voeten gewassen had en Zijn kleren weer had aangedaan, ging Hij weer aanliggen en zei tegen hen: Ziet u [ook] in wat Ik aan u gedaan heb?
13 U noemt Mij Meester en Heere, en u zegt het terecht, want Ik ben het.
14 Als Ik dan, de Heere en de Meester, uw voeten gewassen heb, moet ook u elkaars voeten wassen.
15 Want Ik heb u een voorbeeld gegeven, opdat ook u zult doen zoals Ik voor u heb gedaan.
16 Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Een slaaf is niet meer dan zijn heer, en een gezant niet meer dan hij die hem gezonden heeft.
17 Als u deze dingen weet, zalig bent u als u ze doet.
[Stop op dit punt]
Was nu dan elkaars voeten!
[Ga verder met het lezen van de Schriftgedeelten, als dit deel van de dienst voltooid is en iedereen weer heeft plaatsgenomen.]
Wordt vervolgd met: 5. Judas vertrekt om Jezus te veraden
Overzicht: De Christelijke Pascha Ceremonie
[Bijbelteksten zijn ontleend aan de Herziene Statenvertaling © 2010 Stichting HSV’] [Nadruk van ons.]